R.I.P. Reinier Paping

Op 18 januari 1963 won Reinier Paping de zwaarste Elfstedentocht ooit verreden. En het was ook de dag dat er een Hulkje toen bijna stierf van de kou.

Die ochtend fietsten mijn 2 jaar oudere broer en ik vanuit de polder naar school, waar wij in de loop van de ochtend te horen kregen, dat we ’s middags vrij kregen om de Elfstedentocht te kijken op de televisie. Probleem was, wij hadden thuis geen televisie daarom besloten we bij opa en oma in Beverwijk te gaan kijken. Toen Paping over de finish kwam, zei mijn opa, “jongens jullie moeten nu echt naar huis, want het weer verslechterd met elke minuut”. Wij bleven nog even om de nummers 2 en 3 te zien finishen en stapten toen op de fiets.

Vanwege de sneeuwstorm was het moeilijk fietsen. Het vroor zo hard dat de sneeuw die aan de band plakte, vast kwam te zitten in de spatborden van de fiets. Met schoppen en stampen, braken wij de tot ijs geworden stukken sneeuw er tussenuit. Mijn 12 jarige broer had nog een krantenwijk van 4 kranten, die hij uit school bij boerderijen bezorgde op de weg naar huis. Hij moest die ergens midden in Beverwijk ophalen en gebood mij te wachten op een kruispunt. Daar stond ik, een 9 jarig jochie met gebreide wanten, muts en een jas met houtje/touwtje knopen, waar de wind zo doorheen blies, steenkoud te worden.

Opeens kwam hij terug door de sneeuw en toen vingen wij de 4 kilometer lange terugreis tegen de sneeuwstorm in naar huis aan. Om de 300 meter sneeuw uit de spatborden stampen. Toen we vanuit de stad in de polder kwamen, leek het daar twee keer zo koud en de tegenwind verdubbelde daar vanwege het open terrein. Ik weet nog dat ik daar bij elke trap op de pedalen de namen van mijn Elfstedenhelden in lettergrepen in mijn gedachten uitsprak. Zo leidde ik mijzelf af van die onmenselijke weerstoestanden. Bij de eerste krantbezorging kreeg ik even rust. Verderop liep de weg dwars door een dijk heen maar de weg was even hoog als de dijk volledig dichtgesneeuwd, waar we echt niet doorheen konden. Toen hebben we samen de fietsen over het prikkeldraad getild aan de zijkant van de weg en zo over de dijk naast de weg geklommen. Nogmaals aan de andere kant de prikkeldraad versperring genomen en daarachter lag het tweede bezorgadres. Ik zag mijn broer naar de deur lopen en weer terugkomen, hij pakte zijn fiets en reed weg in de sneeuwjacht. Ik was daar zo oververmoeid van die klauterpartij, dat ik kwam niet van mijn plaats. Na een korte poos kwam hij terug en werkelijk waar, hij sloeg me en schopte mij weer op gang.

Ohhh, hadden we die fietsen daar maar achtergelaten en gewoon lopend verder naar huis gegaan. Maar als je zo onderkoeld ben, kan je niet meer helder nadenken. Dus ploeterde wij verder tegen die zware sneeuwstorm in. De polder was na de dijk veranderd in een poollandschap. De sneeuwjacht raasde er over het land. De sloten naast de weg waren volgestoven met sneeuw, waardoor er momenten waren dat we de juiste richting niet konden houden en tot onze middel wegzakten in de sneeuw naast de weg. Steeds opnieuw lagen er stuifsneeuwbanken dwars over de weg van wel een meter hoog, waar we met de grootste moeite doorheen kwamen. Bij het derde bezorgadres stond ik heerlijk in de luwte van die boerderij maar die pauze duurde niet lang. De vierde krant was voor onze ouders, maar van dat laatste stuk heb ik geen herinneringen meer. Ook niet van mijn thuiskomst. Later hoorde ik van mijn broer dat hij mij met schoppen en trekken naar huis had gekregen. De volgende morgen werd ik wakker in bed naast meerdere warmwaterkruiken. Toen hoorde ik mijn vader zeggen, “ze hadden beter vandaag de Elfstedentocht kunnen rijden, want nu is het prachtig mooi weer”. Toen ik uit bed kwam, ontdekte ik dat de boerderij voor de tweede keer was ingesneeuwd die barre winter, die uiteindelijk 3 maanden duurde.

Jaren later, schaatste ik de 175 km lange Helletocht in 1986, de omstandigheden waren vergelijkbaar met de Elfstedentocht van 1963. Zie http://www.helletocht86.wordpress.com

Advertentie