Ik werd uitgenodigd door een fietsmaat voor een rondje goudvis. De Goudvis is een restaurant in SintMaartenszee, waar we heel vaak met de fietsgroep koffie dronken. De start was bij de Patatoloog een snackrestaurant in Heemskerk, waar ik ooit Treeske voor het eerst ontmoette, dus mij welbekend en goede herinneringen aan bewaar. We reden vandaaruit meteen het duingebied in, waar ik dus niet meer mag komen met de Stromer omdat daar een kentekenplaat op zit.
Zodoende zei ik tegen mijn fietsmaat, “als ik een boswachter tegenkom, sla ik op de vlucht hoor, want zij kunnen mij toch niet bijhouden”. Zodoende reden we verder en genoten van het prachtige natuurgebied. Ik voelde mij heerlijk ongehoorzaam en in gedachten was ongehoorzaam altijd het eerste woord wat ik zei in de biechtstoel, in de tijd dat ik nog haar op mijn hoofd had. Gevolgd door dat ik had gevloekt en snoep gepikt, dan wist de pastoor wel voldoende vond ik. Enne, o ja, doktertje gespeeld met mijn buurmeisje, kwam er dan nog achteraan, want ik wilde wel met een schone ziel de hemel in, mocht ik niet zo goed uitkijken met oversteken, wat ik mijn moeder altijd beloofde.
Weet ik nog meer op te biechten? Jazeker, er stond een keiharde wind die we op de heenreis pal tegen hadden en ik reed met superslechte zere benen. Maar na de koffie reden we een stuk sneller met rugwind. Op een gegeven moment sloeg er in een dorp een auto plotsklaps linksaf en stak het fietspad over waar wij reden. Dus vol in de remmen tijdens een Hulkenbrul en ik zag dat de bestuurder daarop een excuusgebaar maakte. Bij het verder rijden bedacht ik dat ik op de Stromer toch een stuk veiliger ben, dan toen ik vroeger op de racefiets reed. Niet alleen om het feit van zijn enorme remvermogen, maar omdat ik op de racefiets zo min mogelijk in de remmen kneep. Dit omdat het heel veel energie kostte om weer op snelheid te komen. Zodoende rem ik met de Stromer veel vaker, omdat ik met een paar pedaalomwentelingen weer heel vlug op de snelheid ben, die ik daarvoor had. Ik vind dit laatste toch wel een mooie biecht, waarbij ik hoop dat de pastoor dit goedkeurd en ik in de hemel mag komen.
Oww, en dan nog een biecht vanwege het logje over de geuren. Ik houd wel van natuurlijke geuren. We fietsten langs een weiland waar de boer het gras aan het maaien was. En gemaaid gras vind ik heerlijk ruiken. En heb je ooit pas gedorsen karwijzaad geroken? Echt dat ruikt fantastisch lekker! Ik blijf ook een boerenhulk!
Je blijft gelukkig voorzichtig tijdens het genieten! 💞
Foei, ondeugend zijn mág niet, ook niet als je het opbiecht. En dat terwijl de grote baas je leven net nog gespaard heeft bij die domme automobilist.
Ja dat klopt!
Hij zat op het stang en kneep voor mij in de remmen!
Ja in snap die zonde om daar te gaan rijden. De geur van gemaaid gras, inderdaad heerlijk maar ook gedroogd gras oftewel hooi….. kleding die buiten gedroogd is ja die geuren kan ik ook wel waarderen.