Eitje tik

Tijdens onze tweede nacht in het hotel waar wij verbleven, had ik een angstige nachtmerrie. Twee babytjes die op een schip geboren werden waarop ik ook aanwezig was, bleken terroristen te zijn, waar iedereen doodsbenauwd van werd. Ze werden algauw overboord gekieperd maar klommen weer terug op het schip en waren toen al uitgegroeid als kleuters. Iemand zei, “ik hak ze doormidden en gooi ze weer overboord”. Zo gedaan, maar even later waren ze weer aan boord als tieners en joegen ze iedereen de stuipen op het lijf. Ze bleven maar groeien, waardoor ikzelf over boord sprong en al snel de strandopgang van Wijk aan Zee bereikte. Toen ik daar achterom keek zag ik twee reusachtige figuren achter mij aankomen en werd ik zwetend wakker.

Daarna moest ik denken aan een boek wat ik ooit geschreven heb maar nooit heb uitgegeven. Dat verhaalde over een mini robot Robocrook genaamd, die ook zo snel groeide naar aanleiding van zijn criminele handelingen. Dmv een lichte handbeweging schoot er uit zijn pols een haak met een dunne sterke lijn eraan wat hij omhoog schoot naar een hoog gelegen balkon om zichzelf zo omhoog te takelen, om daar een inbraak te plegen. Al vlug kreeg hij de politie achter hem aan, maar die agenten doodde hij door middel van een schijfje, zo groot als een cd, die hij ook met een handbeweging uit zijn pols afschoot en na een keeldoorsnijding als een boemerang bij hem terugkwam. Daarom werd de hulp van het leger ingeroepen die de robot met granaten beschoot, echter daar groeide hij nog harder van. Toen hij reusachtig groot was geworden, begon hij het leger te bekogelen met de tanks die op hem schoten.

Onoverwinnelijk was hij geworden, totdat er boven zijn hoofd een vreemdsoortig machine vloog die een vloeistof over hem heen gooide, waardoor hij razendsnel kromp tot een klein klompje metaal. De machine landde en er kwamen 3 figuren uit te voorschijn, die het metalen klompje opraapte en in een lichtuitstralend kistje stopten. Een legeraanvoerder vroeg hen hoe zij dit hadden geklaard, waarop een figuur antwoordde. Wij komen van een verre planeet waar twee volkeren wonen, de Moren en de Denaren. Het gaat goed zolang die twee geen contact met elkaar hebben, wat met deze robot wel is gebeurd. Want als je een Moor met een Denaar kruist, krijg je een Moordenaar en hij wees op het lichtgevende kistje. Daarna stapten ze in hun voertuig dat verdween als een bliksemschicht.

Met dat alles nog in mijn gedachten kwam ik bij het ontbijtbuffet van het hotel aan. Ik pakte er diverse etenswaren en ook een eitje, wat tot mijn verbazing koud aanvoelde. Toen ik aan tafel zat tikte ik het eitje tegen het bord en begon het te pellen. Al vlug liep het eiwit als smurrie over mijn vingers en toen pas besefte ik dat ik een ongekookt ei had gepakt. Teruglopend naar het buffet zag ik Treeske staan, die net een ei stuksloeg om hem te bakken. “Treesje”, riep ik, “ik heb hier nog een eitje voor je”. Uiteindelijk hebben we heerlijk kunnen lachen over mijn verstrooide eitje tik.

Advertentie